??HET JAAR 2022 DOET IN BORCULO NOG HELEMAAL MEE IN DE LIJST VAN MEEST ZONNIGE JAREN TOT NU TOE!
| ZONDAG 16 april 2023 KNMI-STATIONS – laagste temp. nacht: °C tot °C – laagste temp. etmaal: °C tot °C – aan de grond: °C , °C – hoogste temp.: °C tot °C – neerslag: nacht mm , overdag – neerslag etmaal: mm , mm – zon: uur tot uur – hoogste windstoot km/uur – hoogste windkrachtWEERSTATION-BORCULO laagste temperatuur: °C a/d grond: °C hoogste temperatuur: °C neerslag: mm zon: uur hoogste windstoot: km/uur |
EEN JAAR GELEDEN 16 APRIL 2022 KNMI-STATIONS – laagste temperatuur: 1,6°C Hupsel tot 7,5°C Vlissingen – aan de grond: -1,9°C Twente en o.a. -1,8°C Hupsel – hoogste temperatuur: 18,2°C Westdorpe tot 13,3°C Nieuw Beerta – geen neerslag – zon: 13,2 uur Westdorpe, Wilhelminadorp tot 8,7 uur Den Helder – hoogste windstoot 45 km/uur Hoek van HollandWEERSTATION-BORCULO laagste temperatuur: 2,7°C a/d grond: 1,2°C hoogste temperatuur: 15,9°C geen neerslag zon: 13,4 uur hoogste windstoot: 25,7 km/uur |
DATUMRECORDS 16 APRIL BORCULO
maximum-temperatuur: 27,7°C in 2007 tot 5°C in 1992
minimum-temperatuur: -2,2°C in 2008 tot 10,3°C in 2009
natste dag: 8,2 mm in 1998
zonnigste dag: 13,4 uur in 2003, 2014, 2022
DATUMRECORDS 16 APRIL KNMI-STATIONS
maximum-temperatuur: 28,7°C Arcen in 2007 tot 2,4°C De Bilt in 1928
minimum-temperatuur: -4,4°C Twente in 2008 tot 12,4°C Maastricht in 1934, 1988
natste dag: 26,1 mm Eindhoven in 2009
BIJZONDERHEDEN (ZONDAG) 16 APRIL
In 2022 op 16 april in Borculo 13,4 uur zon en daarmee kon Borculo op 16 april aansluiting vinden tot de meest zonnige 16 april-datums uit de jaren 2003 en 2014.
De zonnigste aprilmaand voor Borculo is april 2020 met 286 uur zon, daarvoor was dat april 2007 met 285 uur zon. In Borculo stond de teller in april 2020 t/m 16 april op 148 uur zon, nu in 2023 staat de zonurenteller op ?? uur zon. Normaal voor de hele maand april is voor Borculo 180 uur zon. Op 16 april 2020 had Borculo op dat moment al vijf april-maanden gepasseerd die de 148 uur over de hele maand niet eens hadden bereikt, voor het laatst was dat in 2014 met net 147 uur zon.
In 2020 op 16 april de laagste temperatuur van -0,8°C op het KNMI-station Terschelling en aan de grond -2,5°C. Landelijk was de nacht naar 16 april 2020 de zevende nacht met vorst op waarnemingshoogte en de 13e nacht met grondvorst in april. In 2021 t/m 16 april tien nachten met lichte vorst en 12 nachten met grondvorst, in april 2022 over dezelfde periode zes nachten met vorst en negen nachten met grondvorst. Nu in april 2023 ?? nachten met lichte vorst en ?? nachten met grondvorst.
Voor Borculo loopt het aantal nachten met vorst op waarnemingshoogte in april uiteen van 12 in april 2021 tot slechts twee aprilmaanden zonder vorst. Voor Borculo zijn de maanden april van 2009 en 2011 de enige zonder vorst sinds 1981. Het laagste aantal nachten met grondvorst had Borculo in de aprilmaanden van 2009 en 2014 met slechts één nacht.
Voor meer info klik op: KNMI WEER WEERPLAZA
Onderstaande foto maakte Frans Sijmons 16 april 2021, de eerste boerenzwaluwen waren weer terug in Klausheide. Het was weer het startsein van een drukke tijd voor de boerenzwaluwen om de nesten weer in orde te maken voor de nakomelingen. In 2022 was het nog wachten op de eerste boerenzwaluw rond deze tijd en nu in 2023 niet anders.
– In 2022 op 16 april op waarnemingshoogte de laagste temperaturen van 1,6°C en 1,8°C op respectievelijk de KNMI-stations Hupsel en Twente. Aan de grond op een viertal KNMI-stations grondvorst en dat waren Twente, Hupsel, Heino en Deelen met respectievelijk -1,9°C , -1,8°C , -1,7°C en -0,7°C.
– In 2021 in de nacht naar 16 april opnieuw op uitgebreide schaal lichte vorst op waarnemingshoogte, m.u.v. het zuidwesten en noordwesten van het land en het midden en noorden van Limburg. De laagste temperaturen op de KNMI-stations Eelde en Berkhout met respectievelijk -3,9°C en -3,0°C. Aan de grond de laagste temperaturen op de KNMI-stations Eelde met -6,3°C en op de KNMI-stations Berkhout en Woensdrecht -5,7°C. De KNMI-stations Hupsel en Twente hadden minima van respectievelijk -1,2°C en -1,3°C en aan de grond -4,0°C en -4,6°C.
De -3,9°C op het KNMI-station Eelde is voor Eelde een nieuw datumrecord, het oude record stond op -2,8°C van 16 april 1921.
– In 2020 op 16 april lichte vorst in de weerhut op de KNMI-stations Leeuwarden en Terschelling met respectievelijk -0,1°C en -0,8°C en aan de grond de laagste temperaturen op de KNMI-stations Heino en Terschelling met respectievelijk -3,0°C en -2,5°C.
– In 2020 op 16 april ging het KNMI-station Arcen van een minimum-temperatuur van 1,5°C naar het maximum van 24,2°C en daarmee een temperatuursprong van 22,7°C. Het verschil met het noorden was groot, het KNMI-station Eindhoven met de hoogste temperatuur van 24,4°C en het KNMI-station Lauwersoog slechts 12,7°C, een verschil van bijna 12°C.
– Borculo passeerde in 2020 op 16 april de grens van 400 uur zon in 2020, daarmee stond 2020 in Borculo op een vierde plaats in de lijst van meest zonnige jaren sinds het begin van de automatische zonurenregistratie in 1995. Tot en met 16 april was het jaar 2003 het zonnigste jaar met op 31 maart al 400 uur zon, maar in 2013 pas op 19 mei 400 uur zon. Het zonnigste jaar 2022 voor Borculo passeerde de grens van 400 uur zon op 10 april.
Nu in 2023 t/m 16 april ?? uur zon tegen 443 uur zon in 2022 over dezelfde periode. Alleen 2003 verliep zonniger t/m 16 april met 530 uur zon.
ZONUREN
De zon kan rond deze tijd ruim 13 uur schijnen. Voor 16 april lukte dat in Borculo alleen in de jaren 2003, 2007, 2014 en in 2022. De zonnigste 16 april in de jaren 2003, 2014 en 2022 met 13,4 uur zon.
In 2019 rond deze tijd was voor de zon een hoofdrol weggelegd en daarmee kon de lentezon weer wat goed maken. Dat was ook wel nodig want tot rond half april had de lentezon van 2019 in Borculo zeker nog niet overdadig geschenen. De lente van 2019 stond in Borculo t/m 16 april op 214 uur zon tegen in de lente van 2020 321 uur, in de lente van 2021 was dat 202 uur, in de lente van 2022 326 uur en nu in de lente van 2023 ?? uur. Kijken we naar de afgelopen jaren in de lente t/m 16 april dan komen we tot de volgende cijfers: in 2014 264 uur zon, in 2015 246 uur, in 2016 197 uur en in 2018 212 uur zon. In de jaren 2016 t/m 2019 t/m 16 april had de lente in Borculo het laagste aantal uren zon sinds de lente van 2013 met 167 uur zon t/m 16 april.
De zonnigste lente voor Borculo is de lente van 2020 met 722 uur zon gevolgd door de lente van 2022 met 704 uur zon. Voor 2020 was dat de lente van 2011 met 692 uur zon en die stond t/m 16 april op 289 uur zon en dat was 32 uur zon minder dan over dezelfde periode in 2020. Normaal voor de hele lenteperiode is in Borculo 511 uur zon. De lente van 2011 was voor Borculo de zonnigste lente sinds 1995 met 692 uur zon. De lente van 2013 stond t/m 16 april nog maar op 167 uur zon en over de hele lenteperiode 388 uur zon en daarmee de somberste lente sinds 1998.
Onderstaande foto is van april 2011, de Noordoostpolder stond in bloei! In april 2011 in Borculo vanaf 18- t/m 26 april alle dagen meer dan 13 uur zon!
MIDDAGTEMPERATUREN EERSTE HELFT APRIL
April is een maand die zowel kan scoren met hoge temperaturen als met lage temperaturen. In tegenstelling tot april 2020 in april 2019 en ook in april 2021 tot rond half april nog geen hoogstandjes met de temperaturen. De hoogste temperatuur in april 2019 tot rond half april was in Borculo 22,2°C van 7 april en in april 2021 15,5°C van 1 april. In april 2022 wel wat hoger dan in 2021, in april 2022 was dat 22,8°C van 12 april. In april 2020 was t/m half april de hoogste temperatuur 24,5°C van 8 april, dat was in april 2018 t/m 16 april 23,4°C en in april 2017 21°C.
Er zijn jaren waarin de hoogste april-temperatuur lager is dan de hoogste temperatuur van maart in hetzelfde jaar. In tegenstelling tot 2017 was de hoogste april-temperatuur in april 2019 met 22,2°C t/m 16 april al wel hoger dan het maximum van maart 2019 met 19,5°C. Ook in 2020 was de hoogste april-temperatuur t/m 16 april van 24,5°C aanzienlijk hoger dan de hoogste temperatuur van 17,1°C van maart 2020. Dat was in 2017 duidelijk anders, in april 2017 bleef uiteindelijk het maximum van april met 21°C lager dan de hoogste temperatuur van maart 2017 met 23,8°C. In april 2021 was de hoogste temperatuur 20,1°C en dat was aanzienlijk lager dan de hoogste temperatuur van maart 2021 met 24,4°C! In 2022 was de hoogste april-temperatuur in Borculo 22,8°C en dat was ruimschoots hoger dan de hoogste temperatuur in maart 2022 met 20,1°C.
De gemiddelde middagtemperatuur over de eerste helft van april 2007 was in Borculo 18,3°C! Dat was hoger dan in april 2022 met 12,4°C, over de eerste helft van april 2021 was dat 9,8°C, in april 2020 17,6°C, in april 2019 14°C, in april 2018 17,1°C, in april 2017 14,5°C, in april 2016 15,2°C, in april 2015 14,5°C, in april 2014 16,6°C, in april 2013 11,7°C, in april 2012 11,0°C en in april 2011 16,6°C. Nu in april 2023 inmiddels een gemiddelde middagtemperatuur van ??°C en dat is ??.
In 2008 over de eerste helft van april een gemiddelde middagtemperatuur van slechts 11,7°C, in 2009 was dat zelfs 19,9°C in Borculo! Kijken we naar 2010 dan komen we over de eerste helft van april uit op een gemiddelde middagtemperatuur van 8,9°C, nog minder dan de helft van april 2009.
EEN DUIK IN HET VERLEDEN
Onderstaande foto maakte Tinus Beckers in de avond van 16 april 2014 van de ondergaande zon in Lichtenvoorde.
In 2011 in de nacht naar 16 april alleen op het KNMI-station Deelen vorst op waarnemingshoogte. Het was landelijk van de KNMI-stations wel de derde nacht op rij met lichte vorst. Verder kwam het op 12 van de 34 KNMI-stations tot grondvorst met op Deelen de laagste temperatuur aan de grond met -3,5°C. Ook de oostelijke KNMI-stations Hupsel en Twente hadden grondvorst met respectievelijk -2,3°C en -2,6°C. Ook het KNMI-station Den Helder had nog grondvorst met -1,4°C. In Borculo op waarnemingshoogte 1,7°C en aan de grond -2°C.
In 2008 nog een koude nacht naar 16 april met op het KNMI-station Twente -4,4°C en aan de grond daar zelfs -8,5°C. De laagste temperatuur voor 16 april op het KNMI-station De Bilt sinds 1901 staat nog op -3,8°C uit 1921. Door de homogenisatie van data door het KNMI is dit minimum sinds 2016 herleid tot -4,1°C.
In 1968 op 16 april op het KNMI-station De Bilt een maximum-temperatuur van 22,5°C en over de periode 16 april t/m 22 april een gemiddelde maximum-temperatuur van 23,3°C.
In 1928 op 16 april op het KNMI-station De Bilt een maximum-temperatuur van 2,5°C en het opgeheven KNMI-station Winterswijk kwam tot 3,5°C. In het midden van het land lag toen sneeuw.
Op 16 april 1919 viel in Aalsum bij Dokkum 25 millimeter neerslag en op Schiermonnikoog 18 millimeter.
Het was 16 april 2012 wel druk bij het vogelhuisje in Borculo, ze vlogen af en aan.
WARME- EN KOUDE PERIODEN
De zon bepaalt de temperatuur op aarde. Tijdens het Maunder-minimum van 1645 tot 1715 heeft men dat zeker aan den lijve ondervonden. Deze periode leidde tot de Kleine IJstijd. Nu de zon in de laatste jaren ook minder actief is geweest zijn er “geleerden” die beweren dat we mogelijk wederom aan het begin van een koudere periode staan. Daarentegen zijn er Duitse wetenschappers die beweren dat de afkoeling als gevolg van de minder actieve zon niet meer zal bedragen dan 0,3°C. Daar komt nog bij dat deze afkoeling waarschijnlijk ook maar tijdelijk is, dit omdat een minder actieve zon nooit langer duurt dan enkele tientallen jaren. Daarna volgt er meestal weer een grotere activiteit van de zon. Bekend is dat hoe meer zonnevlekken, hoe actiever de zon is en hoe warmer de aarde wordt.
Hieronder een foto van de zon met zonnevlekken.
Maar er zijn meer factoren die een rol spelen, zo moet men ook terdege rekening houden met La Niña en El Niño, deze twee zijn elkaars tegenpolen. La Niña doet zich voor wanneer koud zeewater bij de evenaar wordt gemeten en El Niño wanneer warmer zeewater wordt gemeten langs de evenaar in de oostelijke Grote Oceaan. Hiermee veranderen ook diverse zeestromingen en die hebben ook invloed op de atmosfeer.
Het jaar 2007 is een goed voorbeeld van de invloed van La Nina. Het jaar 2007 kende een zeer hevige La Nina. Deze wordt verantwoordelijk gehouden voor een wereldwijde afkoeling van 0,7°C. Dit is wel net zo veel of iets meer als de totale opwarming van de aarde in de vorige eeuw, toen dus in één jaar!
De tijd zal het leren, maar het afsmelten van het Noordpoolijs en niet in mindere mate de gletsjers gaat intussen wel gestaag door. En wat te denken van de bewoners in o.a. Siberië waar complete steden zijn gebouwd op de permafrost, de altijd bevroren ondergrond. Deze begint op veel plaatsen wel “thermische scheuren” te vertonen door de opwarming van de aarde! Complete steden vertonen al verzakkingsverschijnselen.
Over zonneactiviteit gesproken, onlangs kwam daarover nog een opmerkelijk bericht de wereld in. De Kleine IJstijd die een langdurige periode kende van geringe zonneactiviteit, is mogelijk veroorzaakt door vulkanen. Althans dat is de conclusie van enkele wetenschappers onder leiding van Gifford Miller van de Universiteit van Colorado in Boulder.
Het langdurige zonneminimum van 1645 tot 1715 is ook wel bekend als het Maunder-minimum. Lang voor het Maunder-minimum waren de winters ook al veel kouder dan normaal. Dit met name in Noord-Europa waar complete dorpen ten prooi vielen aan groeiende gletsjers in de Alpen en in Scandinavië. Men is tot bovengenoemde conclusie gekomen a.d.h.v. onderzoeken van plantenresten en ijskernen. Vulkaanstof in de atmosfeer heeft een afkoelende werking en uit modelberekeningen volgt dat er bij een reeks uitbarstingen in korte tijd sprake kan zijn van een langdurig afkoelingseffect. Volgens de onderzoekers zou de Kleine IJstijd ook zijn opgetreden zonder het zonneminimum.