HomeHomepagemaandag 18 april

maandag 18 april

WE SLUITEN ÉÉN VAN DE ZONNIGSTE PASEN AF EN DAARMEE EEN RECORD VOOR DE ZONNEPANELEN!

MAANDAG 18 APRIL 2022
KNMI-STATIONS
– laagste temperatuur: 1,2°C Heino tot 9,6°C Hoek van Holland
– aan de grond: -3,3°C Hupsel en o.a. -2,8°C Volkel
– hoogste temperatuur: 20,5°C Gilze-Rijen tot 17°C Vlieland
– geen neerslag
– zon: 13,2 uur Lauwersoog tot 10,8 uur Nieuw Beerta
– hoogste windstoot 37 km/uur Terschelling

WEERSTATION-BORCULO
laagste temperatuur: 4,1°C     a/d grond: 1,9°C     hoogste temperatuur: 20,1°C
geen neerslag     zon: 13,6 uur     hoogste windstoot: 16,1 km/uur

EEN JAAR GELEDEN 18 APRIL 2021
KNMI-STATIONS
– laagste temperatuur: -2,3°C Deelen tot 6,4°C Lauwersoog
– a/d grond: -4,2°C Twente, o.a. Eindhoven, Gilze-Rijen -3,8°C
– hoogste temperatuur: 17,1°C Twente tot 9,6°C Hoek van Holland
– geen neerslag
– zon: 12,6 uur Den Helder tot 5,2 uur Arcen
– hoogste windstoot 37 km/uur Eelde

WEERSTATION-BORCULO
laagste temperatuur: 0,5°C   a/d grond: -0,2°C   hoogste temperatuur: 17,8°C
geen neerslag     zon: 5,1 uur     hoogste windstoot: 25,7 km/uur

DATUMRECORDS 18 APRIL BORCULO
maximum-temperatuur: 25,3°C in 2018 tot 7,9°C in 2001
minimum-temperatuur: -1,5°C in 1991 tot 12,7°C in 2013
natste dag: 11 mm in 1993
zonnigste dag: 13,6 uur in 2022

DATUMRECORDS 18 APRIL KNMI-STATIONS
maximum-temperatuur: 28,9°C Maastricht in 1949 tot 3,6°C Maastricht in 1917
minimum-temperatuur: -3,6°C Maastricht in 1938 tot 12,9°C Twente in 1964
natste dag: 16 mm Heino in 1993

BIJZONDERHEDEN (MAANDAG) 18 APRIL

In de nacht naar maandag tweede paasdag de elfde nacht van deze maand met vorst, nu wel alleen grondvorst en op waarnemingshoogte net boven het vriespunt. De laagste temperaturen op waarnemingshoogte waren 1,2°C en 1,6°C op respectievelijk de KNMI-stations Heino en Ell. Aan de grond kwam het tot grondvorst in het zuiden en oosten van het land met de laagste temperaturen van -3,3°C en -2,8°C op respectievelijk de KNMI-stations Hupsel en Volkel.
Neerslag viel er nergens in het etmaal van maandag, wel opnieuw alle ruimte voor de zon tot wederom rond 13- tot bijna 14 uur. De temperaturen nog een stapje hoger dan op eerste paasdag met op de KNMI-stations Gilze-Rijen en Woensdrecht met respectievelijk 20,5°C en 20,3°C. De laagste maxima van 17°C en 17,4°C op respectievelijk de KNMI-stations Vlieland en Terschelling.
De wind stelde niet veel voor en dan doelen we op de windkracht in het binnenland. Want doordat er weinig wind stond kreeg de wind in de middag weer kans op vanaf zee te waaien in de kustgebieden en dat merk je als je op het strand bent. De maximale windkracht maandag was windkracht 5 vrij krachtig in het Waddengebied, in het binnenland een matige wind windkracht 3 tot 4.

Zondag eerste paasdag bereikte alleen het KNMI-station Woensdrecht de warme grens van 20°C met precies 20,0°C. Maandag tweede paasdag lukte dat op de KNMI-stations Eindhoven, Gilze-Rijen, Hoek van Holland, Lelystad, Rotterdam, Westdorpe en Woensdrecht.
Borculo bereikte maandag tweede paasdag ook de warme grens van 20°C met 20,1°C, daarmee de tweede warme dag van deze maand april. Dat zijn er nu al meer dan in april 2021 met slechts één warme dag. Het aantal warme dagen voor april loopt in Borculo uiteen van 15 in april 2009 tot geen enkele in de aprilmaanden van 1986, 1989, 1992 en voor het laatst in 1997.
Borculo kwam met 13,6 uur zon op maandag tweede paasdag tot de zonnigste 18 april, dat was 18 april 2009 met 13,5 uur zon.

Met de maximaal haalbare hoeveelheid zon dit jaar op 17-18 april is voor het eerst in Nederland meer dan 10 GW (gigawatt) aan zonproductie opgewekt op eerste paasdag. Dat is 70% van het elektriciteitsverbruik van Nederland.

Voor meer info klik op:  KNMI     WEER     WEERPLAZA

Onderstaande foto maakte Frans Sijmons van de kastanje die bijna met de eerste bloem komt. De natuur loopt dit voorjaar duidelijk achter t.o.v. de voorgaande jaren, uiteindelijk zal het wel goed komen.

– In 2021 in de oostelijke helft van het land kwam het op uitgebreide schaal tot lichte vorst m.u.v. Limburg en in een strook vanaf de regio Lauwersoog zuidwaarts t/m de regio Hoogeveen/Marknesse. De laagste temperaturen van -2,3°C op het KNMI-station Deelen gevolgd door -1,8°C op het KNMI-station Gilze-Rijen en -1,7°C op het KNMI-station Eelde. De KNMI-stations Hupsel en Twente hadden minima van respectievelijk -0,1°C en -0,7°C. Aan de grond was het KNMI-station Twente de koudste met -4,2°C gevolgd door de -3,8°C op de KNMI-stations Eindhoven en Gilze-Rijen. Het KNMI-station Hupsel had aan de grond -2,9°C. In Borculo op waarnemingshoogte net boven het vriespunt met +0,5°C en aan de grond net onder het vriespunt met -0,2°C. Normaal ligt het minimum in de tweede april-decade voor Borculo rond 4°C. Daar waren we in Borculo in de tweede decade van april 2021 elke nacht nog onder gebleven en in de meeste nachten ook ruim daar onder. Tot en met 18 april was het minimum in Borculo in april 2021 nog maar in drie nachten boven de 4°C gebleven, de laatste nacht was 10 april.

– In 2021 op 18 april noteerde het KNMI-station Twente voor de derde keer in een week tijd de hoogste temperatuur van het land. Dat lukte op 15- en 16-april met respectievelijk 11°C en 13,7°C en op 18 april voor de derde keer met 17,1°C gevolgd door de KNMI-stations Heino en Hoogeveen met 16,8°C en de KNMI-stations Hupsel en Marknesse volgden met 16,3°C.

– Het KNMI-station De Bilt noteerde op 18 april 2021 voor de zevende keer die week lichte vorst. Voor de tweede decade van april is dat een record. In 1928 en 1933 stond de teller op zes nachten met vorst. In het binnenland kwam het zelfs acht keer tot vorst in deze periode van 11- t/m 20 april. Sinds het begin van de metingen was dit aantal landelijk voor het laatst hoger in 1982 toen het KNMI-station Eelde rond het midden van april 1982 negen nachten met vorst noteerde.

– In 2020 in de nacht naar 18 april op waarnemingshoogte net geen vorst met 0,2°C op het KNMI-station Leeuwarden. Aan de grond kwam het tot grondvorst in Salland, het noorden van Drenthe, het oosten van Groningen en de regio Leeuwarden met de laagste temperaturen op de KNMI-stations Leeuwarden en Heino met respectievelijk -2,5°C en -2,2°C. De temperatuur lag overdag op het KNMI-station Twente met 21,3°C maar liefst rond 10°C hoger dan in het Zeelandse Vlissingen met 11,1°C.

– Voor Borculo kwam op 18 april 2020 een eind aan 18 etmalen op rij met geen meetbare neerslag, de langste periode sinds juli 2013 die tot 22 droge etmalen op rij kwam.

– In 2019 op 18 april met 23,7°C op het KNMI-station Arcen tot dan de hoogste temperatuur van het jaar, dat was nog 22,2°C van 7 april op het KNMI-station Hoek van Holland. Ook voor Borculo in 2019 op 18 april de hoogste temperatuur van 2019 tot dan met 22,4°C, dat was ook nog 22,2°C van 7 april. Borculo kwam 18 april 2019 wel tot een etmaalgemiddelde van 17,3°C en daarmee het warmste etmaal voor 18 april sinds 1981 gevolgd door 18 april 2018 met een etmaalgemiddelde van 16,0°C.

– De laatste jaren op 18 april in het algemeen veel ruimte voor de zon, vanaf 2009 t/m 2011 zelfs drie jaar op rij met meer dan 13 uur zon op 18 april. In 2018 op 18 april ook over de 13 uur zon, maar het grote verschil met de jaren daarvoor was wel de temperatuur! Ondanks veel ruimte voor de zon was de hoogste temperatuur voor 18 april t/m 2017 21,5°C in 1987! In 2010 op 18 april met meer dan 13 uur zon werd het ook “slechts” 20,8°C!
In de jaren 2016 en 2017 op 18 april met respectievelijk 12,8°C en 11,3°C was het ondanks aardig wat ruimte voor de zon te koud voor de tijd van het jaar. Toch was het bij lange na nog niet de koudste 18 april voor Borculo sinds 1981. De koudste 18 april had Borculo in 2001 toen het overdag slechts 7,9°C werd. Landelijk de koudste 18 april voor overdag staat op naam van 18 april 1917 met 3,6°C als maximum op het KNMI-station Maastricht. En wat recenter 18 april 1991 op het KNMI-station Deelen met 6,2°C.

Onderstaande foto maakte Johan Effing uit Losser op 18 april 2020, bloesempracht in de regio Losser. Dat was in 2021 en ook nu in 2022 wel anders met minder bloesempracht.

ZOMERSE TEMPERATUREN

In 2018 op 18 april voor het eerst een zomerse dag op vijf KNMI-stations. Voor de KNMI-stations moesten we toen al weer terug naar april 2014 voor een zomerse dag in april, dat was toen op 25 april met 25,3°C op het KNMI-station Ell. In 2018 op 18 april aanmerkelijk vroeger de eerste zomerse dag op een KNMI-station dan in 2017. In 2017 rond een maand later de eerste zomerse dag en wel op 16 mei op het KNMI-station Eindhoven met 28,4°C. De vroegste zomerse dag sinds 2000 dateert van 2 april 2011, toen op het KNMI-station Eindhoven met 25,0°C. Maar baas boven baas daarvoor moeten we terug naar 1926 op 3 april met 27,4°C op het KNMI-station Maastricht voor de vroegste zomerse dag voor Nederland. Overigens is deze temperatuur door de homogenisatie van data door het KNMI sinds 2016 herleid tot 26,3°C.

Het KNMI-station De Bilt kwam in 2018 op 18 april tot 23,5°C en daarmee geen datumrecord en ook in 2019 lukte dat niet met 21,6°C, dat blijft nog in handen van 18 april 1949 met 24,7°C. Voor Borculo in 2018 op 18 april ruimschoots een nieuw datumrecord, het oude datumrecord werd werkelijk verpulverd en stond nog op 21,5°C van 18 april 1987! Het decade-record sneuvelde niet in Borculo, dat blijft staan voor 15 april 2007 met 28,5°C. Voor Borculo in 2017 de eerste zomerse dag ook op 16 mei met 26,4°C. De uiterste data voor Borculo voor de eerste zomerse dag lopen uiteen van 14 april 2007 tot 2 juli 1991! Dus in 2018 een vrij vroege eerste zomerse dag en in 2019 niet veel later op 19 april de eerste zomerse dag. In 2020 in Borculo de eerste zomerse dag op 9 mei met 26,0°C en in 2021 op 9 mei met 26,2°C.

Op 18 april 1949 was het tweede paasdag en toen op het KNMI-station Maastricht 29,8°C en daarmee net geen tropische dag. Die waarde geldt nog altijd als de hoogste temperatuur voor de tweede decade van april. Maar door de homogenisatie van data door het KNMI is dit maximum sinds 2016 herleid tot 28,9°C!

Onderstaande foto maakte Cees Korteland in Hendrik Ido Ambacht vorig jaar 18 april, de natuur kreeg de bloei in de “kop” en zo hier en daar al snakkend naar water!

(GROND)VORST IN APRIL

In 2017 in de nacht naar 18 april en ook in 2016 en 2015 koud met op veel plaatsen grondvorst en ook lichte vorst. Voor april is dat niet zo bijzonder, Borculo telt gemiddeld in april zeven nachten met grondvorst en vier nachten met lichte vorst. Borculo telde in april 2015 t/m 18 april twee nachten met lichte vorst, in april 2016 over dezelfde periode nog geen vorst op waarnemingshoogte, in april 2017 en april 2018 één nacht, in april 2019 en april 2020 over dezelfde periode vier nachten, in april 2021 acht nachten met vorst en nu in 2022 inmiddels vier nachten met vorst op waarnemingshoogte.
In april 2015 t/m 18 april in Borculo twee nachten met grondvorst, in april 2016 over dezelfde periode drie nachten met grondvorst, in april 2017 twee nachten, in april 2018 drie nachten, in april 2019 over dezelfde periode vijf nachten, in april 2020 vier nachten, in april 2021 twaalf nachten en nu in april 2022 inmiddels zes nachten met grondvorst.

In 2010 in de nacht naar 18 april kwam het op tien KNMI-stations nog tot lichte vorst op waarnemingshoogte, het KNMI-station Wijk aan Zee was de koudste met -2,6°C. Ook het KNMI-station Hupsel in de Achterhoek had lichte vorst met -1,6°C. Aan de grond noteerde het KNMI-station Twente op 18 april 2010 nog -6°C. Landelijk was de nacht van 18 april 2010 de 12e nacht van april 2010 met grondvorst op een KNMI-station.
In de nacht naar 18 april 2011 landelijk de tiende nacht met grondvorst op een KNMI-station, over dezelfde periode in april 2008 landelijk 15 nachten met grondvorst.
April 2017 had landelijk t/m 18 april vijf nachten met lichte vorst op waarnemingshoogte en 13 nachten met grondvorst. In april 2018 twee nachten met lichte vorst op waarnemingshoogte en vier nachten met grondvorst. In april 2019 landelijk t/m 18 april negen nachten met lichte vorst en elf nachten met grondvorst. In april 2020 t/m 18 april landelijk 6 nachten met lichte vorst en 13 nachten met grondvorst. In april 2021 t/m 18 april landelijk 12 nachten met lichte vorst en 14 nachten met grondvorst en nu in 2022 over dezelfde periode tien nachten met vorst en acht nachten met grondvorst.

April 2021 is voor Borculo koploper met vorstdagen en wel met 12 etmalen met vorst, daarvoor was dat april 1989 met negen vorstdagen. April 2021 is voor Borculo ook koploper met grondvorst en wel 17 in totaal, daarvoor was dat april 1988 met 14 nachten met grondvorst. Sinds het begin van de waarnemingen in Borculo in 1981 zijn er twee aprilmaanden waarin het niet tot vorst kwam en dat was in april 2011 en april 2009. April 2014 had ook maar één nacht met grondvorst in Borculo.

EEN DUIK IN HET VERLEDEN

Op 18 april 2018 door de aanhoudende droogte en hoge temperaturen een natuurbrand in het Twentse Tubbergen.

In 2017 in de nacht naar 18 april in de oostelijke helft van het land nagenoeg overal lichte vorst, alleen de KNMI-stations Maastricht en Volkel hadden geen lichte vorst. Aan de grond alleen in de kustgebieden geen grondvorst. De laagste temperatuur van -2,2°C op het KNMI-station Gilze-Rijen en aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Cabauw met -5,1°C. De KNMI-stations Hupsel en Twente hadden op waarnemingshoogte respectievelijk -2,1°C en -1,8°C en aan de grond -4,7°C en -4,6°C. In Borculo daalde de temperatuur tot -1,2°C in de weerhut en aan de grond -2,7°C.

In 2016 in de nacht naar 18 april koelde het flink af en dat met name in het zuidoosten en het oosten van het land met op uitgebreide schaal lichte vorst. Dat betekende voor de fruittelers sproeien om de knoppen te beschermen tegen de vorst. De laagste temperatuur van -1,4°C op het KNMI-station Deelen. Het KNMI-station Hupsel in de Achterhoek had ook lichte vorst met -0,5°C, daarentegen bleef het KNMI-station Twente in de weerhut net boven het vriespunt met 0,6°C.
Aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Eindhoven met -5,1°C. De oostelijke KNMI-stations Hupsel en Twente hadden ook grondvorst met respectievelijk -3,4°C en -3,7°C. In Borculo daalde de temperatuur tot 0,5°C in de weerhut en aan de grond tot -1,1°C. Onderstaande foto maakte Peter de Vries, lentebloesems die het nog zwaar hadden in de nacht naar 18 april 2016.

In de nacht naar 18 april 2015 op 19 van de 33 KNMI-stations grondvorst en op twee KNMI-stations zelfs lichte vorst! In de nacht naar 18 april 2015 de laagste temperatuur van -0,9°C op het KNMI-station Twente. Het KNMI-station Twente had aan de grond de laagste temperatuur met -7°C. Naast het KNMI-station Twente had ook het KNMI-station Woensdrecht lichte vorst op waarnemingshoogte met -0,1°C. In Borculo daalde de temperatuur tot 1,1°C in de weerhut en aan de grond tot -0,7°C. Onderstaande foto maakte Gerard Kiewiet uit Zuidhorn 18 april 2015, daar was men druk om de boten weer uit de winterstalling te halen.

In de avond van 18 april 2013 woedde nog een grote heidebrand bij Hoog Soeren op de Veluwe. Vanwege de harde wind breidde het vuur zich vrij snel uit. Door de sterke rookontwikkeling werd het treinverkeer tussen Apeldoorn en Amersfoort stilgelegd.

In 2011 in de nacht naar 18 april geen vorst op waarnemingshoogte, maar wel op diverse plaatsen aan de grond. Het KNMI-station Volkel was de koudste aan de grond met -2,7°C. Ook grondvorst op de oostelijke KNMI-stations Hupsel en Twente met respectievelijk -1,2°C en -2°C.

In 2011 op 18 april in Borculo met 13 uur zon werd het nog 20,2°C.

Op 18 april 2000 viel er in Pernis 21 millimeter neerslag en er lag tijdelijk een hageldek van vijf centimeter.

Op 18 april 1949 werd het 27,9°C op het KNMI-station Maastricht en dat was tot 15 april 2007 de hoogste temperatuur voor de tweede decade van april. Dat record sneuvelde op 15 april 2007 met 29,8°C op het KNMI-station Westdorpe.
Door de homogenisatie van data door het KNMI is het bovengenoemde maximum van 27,9°C sinds 2016 herleid tot 28,9°C. In 1949 op 18 april was het tweede paasdag en op het opgeheven KNMI-station Winterswijk werd het toen 27,7°C. Op de inmiddels opgeheven KNMI-stations Buchten en Venlo werd het 29,5°C.

Op 18 april 1942 werd op het KNMI-station Den Helder de hoogste temperatuur van die maand bereikt met 16,7°C. Door de homogenisatie van data door het KNMI is dit maximum sinds 2016 herleid tot 17,5°C. Op het KNMI-station Maastricht werd het die dag 20,3°C. Door de homogenisatie van data door het KNMI is dit maximum sinds 2016 herleid tot 19,2°C.

Op 18 april 1941 werd op het KNMI-station Den Helder de hoogste temperatuur van die maand bereikt met 14°C. Door de homogenisatie van data door het KNMI is dit maximum sinds 2016 herleid tot 14,4°C.

De laagste temperatuur voor 18 april op het KNMI-station De Bilt is -2,4°C en dat werd gemeten in 1938 gevolgd door -2,3°C in 1954. In 1938 op 18 april was het tweede paasdag en toen lag er sneeuw in De Bilt.

Op 18 april 1936 in de ochtend een 24-uursaftapping van 54 millimeter in Winterswijk, verder in o.a. Enschede 48 millimeter, Hengelo (O) 46 millimeter, Denekamp 43 millimeter, Winschoten 37 millimeter. In Berkelland trad het riviertje De Berkel buiten zijn oevers, veel landerijen in het oosten van Overijssel en Gelderland stonden onder water.

Op 18 april 1928 op het inmiddels opgeheven KNMI-station Wijster -2,9°C als minimum-temperatuur.

Op onderstaande foto appelbloesem op 17 april met van links naar recht 2011, 2012 en 2013. Duidelijk zichtbaar dat het in 2013 ver achter liep. De fotocompilatie is gemaakt door Jan uit Workum in Friesland.

Onderstaande foto maakte Jannes Wiersema uit Roodeschool, links de situatie op 17 april 2013 en rechts op 17 april 2012.

AARDWARMTE

Onderstaande foto´s hebben betrekking op aardwarmte of ook wel geo-thermische energie, daarin is IJsland heel ver in. De foto linksonder laat het principe zien van aardwarmte en de foto rechtsonder is van de grootste geo-thermische centrale in IJsland in Nesjavellir.
 

Onlangs werd bekend dat Groot-Brittannië belangstelling heeft voor de geothermische energie van IJsland, oftewel aardwarmte uit IJsland. De geothermische energie van IJslandse geisers en vulkanen kan men goed gebruiken om er elektriciteit mee te genereren. Bedoeling is elektriciteit met een lage CO²-uitstoot van de vulkanen in IJsland naar Groot-Brittannië te pompen. Dit zou kunnen gebeuren aan de hand van hoogstroomkabels op de bodem van de oceaan. Men moet dan wel denken aan kabels met een lengte van 1000- tot 1500 kilometer. Groot-Brittannië heeft al verbindingen met Frankrijk en Nederland en dat wordt de komende jaren zeker nog uitgebreid. In de herfst van 2012 komt er een verbinding tot stand tussen Ierland en Wales. Met deze verbinding kunnen Britse gezinnen gebruik maken van groene energie die gegenereerd is door wind afkomstig van de Atlantische Oceaan.
Uiteindelijk is de bedoeling dat Groot-Brittannië met het grote Europese stroomnetwerk wordt verbonden. Dan hebben we het over een stroomvoorzieningsnetwerk van een combinatie van wind- en golfenergie uit Noord-Europa en zonne-energie uit Zuid-Europa en Noord-Afrika. Dit allemaal met als doel niet meer afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen. IJsland kan daar een hele goede partner in worden.

error: Content Protected