HomeHomepagemaandag 30 oktober

maandag 30 oktober

IN OKTOBER 2023 RUIMSCHOOTS UREN BOVEN DE 18°C, DE HERFST VAN 2023 IS NU AL KOPLOPER!
OKTOBER 2023 KENDE EEN STERK DALENDE BAROMETERSTAND IN DE LOOP VAN DE MAAND!

MAANDAG 30 OKTOBER 2023
KNMI-STATIONS

– laagste temp. nacht: 8,8°C Gilze-Rijen tot 10,8°C Vlissingen
– laagste temp. etmaal: 8,3°C Cabauw tot 10,5°C Vlissingen
– aan de grond: 7,4°C Cabauw en 7,6°C Gilze-Rijen
– hoogste temp.: 14,9°C Twente tot 12,4°C Woensdrecht
– neerslag: nacht 9,5 mm Wijk aan Zee, overdag 10,1 mm Woensdrecht
– neerslag etmaal: 21,6 mm Den Helder en 19,8 mm Woensdrecht
– zon: 5,3 uur Eelde tot zonloos Ell, Zeeland
– hoogste windstoot 75 km/uur Den Helder
– hoogste windkracht 7 hard NW-kustgebied

WEERSTATION-BORCULO
laagste temperatuur: 9,8°C     a/d grond: 7,8°C     hoogste temperatuur: 14,9°C
neerslag: 4,2 mm     zon: 3 uur     hoogste windstoot: 39 km/uur

EEN JAAR GELEDEN 30 OKTOBER 2022
KNMI-STATIONS

– laagste temperatuur: 10,1°C Ell, Herwijnen tot 14,6°C Vlissingen
– hoogste temperatuur: 21,5°C Ell tot 16,4°C Terschelling
– neerslag: nacht 0,1 mm Maastricht, overdag droog
– zon: 7,3 uur Nieuw Beerta, Twente tot 2,6 uur Vlissingen
– hoogste windstoot 39 km/uur Maastricht

WEERSTATION-BORCULO
laagste temperatuur: 10,9°C     hoogste temperatuur: 20,6°C
geen neerslag     zon: 7,3 uur     hoogste windstoot: 14 km/uur

DATUMRECORDS 30 OKTOBER BORCULO
maximum-temperatuur:  20,7°C in 2005 tot 4,5°C in 1985
minimum-temperatuur: -3,5°C in 1983 tot 13,3°C in 2005
natste dag: 21 mm in 1994
zonnigste dag: 9,3 uur in 2019

DATUMRECORDS 30 OKTOBER KNMI-STATIONS
maximum-temperatuur: 22,6°C Maastricht in 2005 tot -0,2°C Maastricht in 1940
minimum-temperatuur: -6,1°C Nieuw Beerta 1997 tot 14,9°C Vlissingen in 2005
natste dag: 63,3 mm Terschelling in 2000

BIJZONDERHEDEN (MAANDAG) 30 OKTOBER

Maandag 30 oktober in Borculo net geen 15°C, de maximum-temperatuur bleef steken bij 14,9°C. Ook op de KNMI-stations werd nergens de 15°C bereikt, de hoogste temperatuur werd bereikt op het KNMI-station Twente met 14,9°C.
Temperaturen van 15°C en hoger zijn voor deze tijd van het jaar wel boven normale temperaturen want dat is rond 13°C. In Borculo nu in oktober 2023 18 etmalen van 15°C en hoger en dat is ruim boven normaal voor oktober want dat is rond 13 etmalen. Dat aantal loopt voor oktober in Borculo uiteen van 30 etmalen in 2022 tot geen enkele in oktober 1992.

Depressies hebben het al geruime tijd voor het zeggen deze maand en dat komt ook tot uiting in de barometerstand. Normaal voor oktober over de hele maand is voor Borculo een gemiddelde barometerstand van 1015,5 hectopascal. Nu staat oktober 2023 in Borculo t/m maandag 30 oktober op een gemiddelde barometerstand van 1010,5 hectopascal. De gemiddelde barometerstand is in de loop van oktober sterk in dalende lijn gegaan. De eerste oktoberdecade had een gemiddelde barometerstand in Borculo van 1020 hectopascal, de tweede oktoberdecade was dat al gedaald tot 1008 hectopascal en inmiddels in de derde oktoberdecade 999 hectopascal.

Onderstaande foto maakte Gerard Kiewiet uit Zuidhorn, in de vorige week de laatste volle week van oktober geen enkele dag droog en dat was voor het grootste deel van het land realiteit. Voorlopig zit er ook geen droog etmaal in de verwachting zover de lange termijnverwachting reikt.

Het etmaal van 30 oktober 2022 ging niet de boeken in met een datumrecord! Wat in de etmalen van 28- en 29-oktober 2022 wel lukte met datumrecords lukte dat op 30 oktober net niet. Landelijk zat het KNMI-station Ell met 21,5°C nog wel 1,1°C verwijderd van het datumrecord van het KNMI-station Maastricht van 30 oktober 2005 met 22,6°C. Voor de oostelijke KNMI-stations Hupsel en Twente en ook voor Borculo was het maar net geen datumrecord.  De datumrecords voor 30 oktober voor de KNMI-stations Hupsel en Twente staan respectievelijk op 20,9°C en 21,4°C beide van 30 oktober 2005. Op 30 oktober 2022 kwamen de KNMI-stations Hupsel en Twente respectievelijk tot 20,8°C en 21,1°C. Met andere woorden de KNMI-stations Hupsel en Twente waren respectievelijk 0,1°C en 0,3°C verwijderd van een datumrecord.

Ook Borculo bereikte op 30 oktober 2022 net geen datumrecord met 20,6°C en daarmee 0,1°C verwijderd van een datumrecord dat staat op 20,7°C van 30 oktober 2005.

Voor het verdere laatste nieuws  klik op:  KNMI     WEER     WEERPLAZA

Onderstaande foto maakte Leen de Koning in Nieuwerkerk a/d IJssel, ook daar is de natuur nog groen.

– In 2019 in de nacht naar 30 oktober vrij heldere omstandigheden en daarmee op uitgebreide schaal lichte vorst in het noordoosten, oosten en zuiden van het land. In de nacht naar 30 oktober 2019 de laagste temperatuur van -1,7°C op het KNMI-station Eelde en aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Heino met -4,7°C en dat is bijna matige vorst. De KNMI-stations Hupsel en Twente hadden respectievelijk -1,0°C en -0,2°C op waarnemingshoogte en aan de grond respectievelijk -2,6°C en -1,3°C. In Borculo daalde de temperatuur tot -0,8°C op waarnemingshoogte en aan de grond tot -1,3°C.

– In 2017 op 30 oktober met 2,3°C op het KNMI-station Deelen de laagste temperatuur van de maand, wel samen met de 2,3°C van 9 oktober op het KNMI-station Twente. Verder was de -0,2°C aan de grond op het KNMI-station Deelen niet de eerste grondvorst van het seizoen, op 9 oktober kwam het KNMI-station Twente al tot -1,2°C aan de grond. In 2014 wel de eerste grondvorst van het naseizoen op 30 oktober met -0,2°C in Roodeschool. Natuurlijk niet bijzonder voor eind oktober. In 2012 in de nacht naar 30 oktober koelde het tijdens opklaringen ook nog behoorlijk af en dat ook met name in het noordoosten van het land. Het KNMI-station Eelde had 1,2°C als laagste temperatuur in de weerhut. Aan de grond kwam het op twee KNMI-stations tot grondvorst en wel op de KNMI-stations Eelde en Heino met -0,3°C. In 2008 in de nacht naar 30 oktober de laagste temperatuur van oktober 2008 met -3,7°C op het KNMI-station Woensdrecht. De laagste temperatuur voor het KNMI-station De Bilt voor 30 oktober is -3,5°C uit het jaar 1983.
De eerste grondvorst in 2013 hadden we al op 27 september met -1,8°C op het KNMI-station Heino. In Borculo moesten we in 2013 wachten tot 11 november met de eerste grondvorst met -3°C en toen ook de eerste vorst in de weerhut met -0,4°C.

Onderstaande foto maakte Peter de Vries in Den Helder.

WINTERTIJD

In de nacht van zaterdag 28 oktober op zondag 29 oktober is de wintertijd weer van start gegaan. Met andere woorden, we hadden een lang weekend. We spreken van wintertijd, maar in feite is het voor ons vanaf zondag 29 oktober weer de “gewone” tijd. We hebben in het laatste weekend van maart j.l. immers de tijd een uur vooruit gezet, de zomertijd. De wintertijd duurt vijf maanden en begint steeds op de laatste zondag van de maand oktober. Om 03.00 uur zomertijd wordt de klok teruggedraaid naar 02.00 uur wintertijd.

We zitten weer in de wintertijd!

De zomertijd start in het laatste weekeinde van maart en eindigt in het laatste weekeinde van oktober. Bij de overgang naar de wintertijd schuift de daglichtperiode een uur op, waardoor het ’s ochtends eerder licht wordt en ’s avonds eerder donker wordt. Het weer stoort zich uiteraard niet aan de verandering van de tijd, zodat ook de gemiddelde dagelijkse gang van weersverschijnselen een uur naar voren schuift. Zo wordt de hoogste temperatuur van de dag meestal enkele uren na het middaguur bereikt. In de winter valt het warmste moment gemiddeld tussen 15 en 16 uur, maar omdat de invloed van de zon ’s winters kleiner is dan ’s zomers kan het warmste moment van de dag ook op een heel ander tijdstip vallen. Hartje winter wordt de hoogste temperatuur bij stormachtig weer soms midden in de nacht gemeten.

In Nederland is het onderscheid tussen zomer- en wintertijd in 1977 opnieuw ingevoerd, ook van 1916 tot 1945 was de zomertijd van kracht. Tot aan het begin van de 20e eeuw had vrijwel elke plaats zijn eigen tijd, omdat voor de tijdbepaling werd uitgegaan van de hoogste stand van de zon. Omdat de zon in het oosten opkomt en in het westen ondergaat werd de hoogste zonnestand in het oosten van Nederland een kwartier eerder bereikt dan in het westen, in België is het verschil nog wat groter.
In Nederland maakte de komst van de spoorwegen de invoering van een landelijke standaardtijd noodzakelijk. Van 1909 tot 1940 kende Nederland daarom de “Amsterdamse tijd”, die 20 minuten voorliep op de Europese tijd. Overgang naar de huidige Midden-Europese Tijd vond plaats op 16 mei 1940, op bevel van de Duitse bezetters werd de klok toen één uur en 40 minuten vooruit gezet. Die zomertijd gold ook gedurende de winters van 1941 en 1942. Pas in november 1942 werd de klok weer één uur teruggezet. In de jaren 1943-1945 gold alleen ’s zomers de zomertijd, maar in 1946 werd de zomertijd voor een periode van ruim 30 jaar geheel afgeschaft.
Op hoog niveau in Brussel is inmiddels al wel gesproken over het eventueel afschaffen van de zomertijd!

Onderstaande foto is van het Royal Observatory te Greenwich, dit gebouw heeft ook te maken met de tijd! Weet U waarom?

Naast de wintertijd en de zomertijd kennen we ook nog de Greenwich-tijd. Voor de tijdrekening die we nu kennen is de aarde verdeeld in 24 tijdzones, waarin een standaardtijd geldt. Als maatstaf wordt de tijd van Greenwich in Engeland genomen, dit is de Greenwich Mean Time (GMT). De GMT-tijd wordt ook wel de “Universal Time Coordinated” genoemd, afgekort met UTC. Dit is niet helemaal juist maar leidt te ver voor uitleg hier.
Nederland en het grootste deel van Europa liggen in de zone ten oosten daarvan, waarin het een uur later is dan in Greenwich, de Midden-Europese Tijd (MET). In de periode van de zomertijd bedraagt dat verschil met de Greenwich-tijd twee uur. Voor de meteorologen is de wintertijd ook wat gunstiger ten aanzien van het uitkomen van de nieuwste weerkaarten. De weerkaarten worden bijna altijd op de GMT-tijd uitgebracht, voor de zomertijd betekent dat wel 2 uur later. Nu het weer wintertijd is wordt dat verschil ook weer een uur korter, oftewel een uur vroeger de nieuwste weerkaarten.
Als voorbeeld de Engelse Bracknell-kaarten, bovenaan staat 00UTC. Voor Nederland betekent dat in de wintertijd 1 uur in de nacht en voor de zomertijd 2 uur in de nacht.

TEMPERATUREN BOVEN DE 18ºC

Temperaturen van 18°C en hoger zijn nog wel mogelijk tot in november, dat lukte in de november-maanden van 2020 en 2014 in Borculo. De temperatuur is deze maand oktober in Borculo t/m 30 oktober 78 uur boven de 18°C uitgekomen, over dezelfde periode in oktober 2022 57 uur, in oktober 2021 5 uur, in oktober 2020 11 uur, in oktober 2019 22 uur, in oktober 2018 102 uur boven de 18°C, oktober 2017 41 uur en in oktober 2016 net geen vijf uur.
Normaal komt de temperatuur in oktober in Borculo gemiddeld 21 uur boven de 18°C. Oktober 2018 bereikte het hoogste aantal uren boven de 18°C voor oktober met 102 uur. Hiervoor was dat oktober 2005 met 75 uur. In oktober 2016 met bijna vijf uur boven de 18°C het laagste aantal voor oktober sinds 2007 die niet verder kwam dan twee uur. Er zijn voor Borculo twee oktobermaanden die niet boven de 18°C uitkwamen en dat zijn oktober 1998 en oktober 2003.
Toch soms wel opmerkelijke verschillen! Zo kwam de temperatuur in oktober 2013 totaal 29 uur boven de 18°C uit. Toch is 29 uur boven de 18°C in 2013 niet bijzonder veel als we dat afzetten tegen het etmaalgemiddelde van 12,2°C en dat is ruim boven de normaal van 10,2°C. In oktober 2010 lag de temperatuur in Borculo 39 uur boven de 18°C en toch was oktober 2010 met een etmaalgemiddelde van 10,3°C in Borculo thermisch een normale maand.

De herfst van 2023 telt t/m 30 oktober in Borculo 449 uur boven de 18°C, over dezelfde periode in de herfst van 2022 251 uur, in de herfst van 2021 258 uur, in de herfst van 2020 212 uur en in de herfst van 2019 over dezelfde periode 140 uur. Normaal voor de hele herfstperiode is voor Borculo 178 uur een temperatuur boven de 18°C.
De conclusie is duidelijk dat de herfst van 2023 evenals de herfst van 2022, 2021 en 2020 t/m 30 oktober al ruim boven het gemiddelde aantal uren van 18°C en hoger lag, maar dat oktober in 2020 en 2021 daarin ver achter bleef. De herfst van 2023 is nu al koploper, dat was over de volle drie maanden de herfst van 2006 met 368 uur boven de 18°C gevolgd door de herfst van 2018 met 324 uur boven de 18°C. Tot en met 30 oktober stond de herfst van 2019 op 140 uur boven de 18°C. De herfst van 2006 stond t/m 30 oktober al op 352 uur met een temperatuur van boven de 18°C.

NAT EN ONSTUIMIG 30 OKTOBER 2018

In oktober 2018 rond 30 oktober zorgde een storing in Frankrijk voor chaos met sneeuwval tot 20-40 centimeter vanaf een hoogte van slechts 400 meter. Honderden automobilisten kwamen vast te zitten in de sneeuw. In Nederland in de ochtend van 30 oktober 2018 de langste file van het jaar met op de autowegen een lengte van 300 kilometer en als we de secondaire wegen meetellen zelfs tot 920 kilometer. In Nederland die dag met name in Zeeland behoorlijk wat neerslag en er kwamen zelfs meldingen van natte sneeuw, het KNMI-station Westdorpe had om 12:30 uur slechts een temperatuur van 2,0°C. Op hetzelfde tijdstip op het KNMI-station Nieuw Beerta 8,7°C. Maar in de loop van de middag stroomde veel zachtere lucht via het zuidwesten het land in en rond 15:30 uur stond het KNMI-station Westdorpe al weer op 9,3°C en het KNMI-station Vlissingen al boven de 10°C. Op de KNMI-stations Hoek van Holland en Vlissingen hadden een hoogste windstoot van 81 kilometer per uur. Het KNMI-station Vlissingen ving overdag de meeste neerslag op met 17 millimeter. In Borculo over het hele etmaal van 16,8 millimeter.

EEN DUIK IN HET VERLEDEN

In de nacht naar 30 oktober 2017 op het KNMI-station Deelen 2,3°C als minimum en aan de grond -0,2°C.

In Italië was het onrustig in 2017 op 30 oktober met rond 7.40 uur in midden Italië weer een aardbeving en toen met een kracht van 6,5 op de schaal van Richter. De maanden daarvoor waren in midden Italië tot 30 oktober al 2834 bevingen geweest met een kracht groter dan 2 op de schaal van Richter.

Hieronder de locatie van de aardbevingen in Italië in 2016 en rechtsonder een overzicht van de zwaarste aardbevingen.

Landelijk lagen de natste en droogste plek van oktober 2015 in dezelfde provincie en wel in Groningen. De hoogste maandsom van 55 millimeter viel in Marum in het zuidwesten van Groningen en de droogste plek in Delfzijl met 19 millimeter in het noordoosten van Groningen.

In de nacht naar 30 oktober 2015 koelde het nog behoorlijk af en op één KNMI-station kwam het tot grondvorst en wel op het KNMI-station Ell met -0,5°C. Het KNMI-station Twente bleef net boven het vriespunt aan de grond met +0,1°C.

Onderstaande foto maakte Gerard Kiewiet uit Zuidhorn van de ondergaande zon op 30 oktober 2015.

Aan de grond in de nacht van 30 oktober 2014 had het KNMI-station Terschelling 0,9°C en in Roodeschool kwam het net tot grondvorst met -0,2°C. Voor Roodeschool was het de eerste grondvorst van het naseizoen en sinds 12 april.

In Borculo op 30 oktober 2013 met 8,5 uur zon toen de op twee na zonnigste 30e oktober sinds het begin van de reguliere zonurenmeting in 1995. Het was alleen zonniger op 30 oktober 1997 met 9,1 uur zon en 30 oktober 2005 met 9,2 uur zon.

Op 30 oktober 2001 werd het 18,9°C op het KNMI-station De Bilt en daarmee was het tot dan de zachtste 30e oktober sinds 1901. Dit record bleef staan tot 2005 toen het op 30 oktober 21,1°C werd. Voor De Bilt was het tot dan ook de op één na hoogste waarde zo laat in het seizoen. Alleen op 31 oktober 1968 werd het met 19,9°C nog wat zachter.

Op 30 oktober 2000 trok een fikse storm over ons land. IJmuiden noteerde windstoten tot 118 kilometer per uur. De storm ging ook gepaard met zware regenval, op Terschelling noteerde Formerum 91 millimeter neerslag.

Op 30 oktober 1981 viel in Dokkum 18 millimeter en in Velsen 17 millimeter.

In 1950 op 30 oktober viel in Groot Ammers 20 millimeter neerslag en in Gouda 18 millimeter.

In 1941 op 30 oktober op het KNMI-station Maastricht een maximum-temperatuur van 2,2°C. In het Belgische Ukkel lag toen een sneeuwdek van vijf centimeter.

Op 30 oktober 1940 op het KNMI-station Maastricht een herleid maximum naar -0,2°C van Maastricht naar Beek en daarmee de vroegste ijsdag sinds 1901.

In 1922 in de periode 22- t/m 31 oktober op het KNMI-station De Bilt elke nacht lichte vorst op waarnemingshoogte. Op 30 oktober 1922 op het KNMI-station De Bilt een maximum-temperatuur van 2,1°C en op het KNMI-station Eelde (toen Groningen) 1,1°C en op beide stations viel sneeuw. De 2,1°C op het KNMI-station De Bilt als maximum-temperatuur is nog steeds het datumrecord voor De Bilt voor de maximum-temperatuur.

Onderstaande foto maakte Gerard Kiewiet van een regenboog op 30 oktober 2013 boven de stad Groningen.

ZONNE-ENERGIE

Zonne-energie is een verzamelnaam voor een aantal verschillende technieken om de energie in zonlicht om te zetten. Bij directe zonne-energie wordt de energie in het licht meteen omgezet in warmte of elektriciteit. We onderscheiden passieve zonne-energie, daarmee bedoelen we het zodanig ontwerpen van gebouwen dat optimaal gebruik wordt gemaakt van binnentredend zonlicht voor verwarming en verlichting. Daarnaast kennen we ook actieve (thermische) zonne-energie (zonneboilers) en fotovoltaïsche zonne-energie of zonnestroom, waarmee zonlicht in één stap wordt omgezet in elektriciteit. Maar dan heb je wel de zon nodig!
Met name tijdens de kortere dagen in de winterperiode kan het tegenvallen met de hoeveelheid zon. Zo scheen in de winter van 2010 de zon in Borculo slechts ruim 112 uur. Normaal voor een hele winterperiode in Borculo is 194 uur, de winter van 2010 is voor Borculo dan ook de somberste winter. Voor diegene die gebruik maken van zonne-energie niet al te gunstig, zeker als de zon in de winterperiode ook nog vrij laag staat. Nog maar te zwijgen over het noorden van Europa waar de zon nog maar beperkt boven de horizon uitkomt. Technici van Europa’s grootste ruimteorganisatie EADS Astrium denken daar nu een oplossing voor te hebben gevonden. Men heeft nu het idee om zonne-energie op te slaan in de ruimte en dan via infrarode laserstralen naar de aarde te sturen. Hieronder ziet U het principeplaatje.

Op aarde kan men dan de zonne-energie weer gebruiken voor allerhande doeleinden. Het principe is gebaseerd om satellieten in een baan rond de aarde te laten draaien die de zonne-energie opvangen en vervolgens zullen ze die concentreren in krachtige laserstralen die de energie naar de aarde sturen. Men denkt over een netwerk van energiestations de ruimte in te sturen die elk de mogelijkheid hebben om de opgevangen zonne-energie terug te sturen naar de aarde. Dit zal een netwerk moeten worden omdat men met één satelliet niet constant zonne-energie kan opvangen i.v.m. dag en nacht. Om zonne-energie in de ruimte op te vangen heeft grote voordelen t.o.v. het opvangen op aarde. In de ruimte heeft men geen hinder van de bewolking en de in de ruimte opgevangen zonne-energie is veel krachtiger dan de zonne-energie die opgevangen wordt op aarde. Ook kunnen satellieten zo worden gepositioneerd dat ze langer aan zonlicht worden blootgesteld dan op aarde het geval is, hiermee kunnen ze ook langer energie afgeven of opslaan. Nog een groot voordeel is dat zonne-energie vanuit de ruimte op aanvraag kan worden aangeboden, d.m.v. de lasertechniek kan men elke plek op aarde bereiken.
Natuurlijk zijn er ook nadelen, het in de ruimte brengen van alle benodigde materialen is kostbaar.

In de Amerikaanse staat Californië is men in november 2013 begonnen met de bouw van de grootste energiecentrale op zonne-energie ter wereld. De installatie moet evenveel stroom opleveren als een kerncentrale. De energiecentrale wordt neergezet in de woestijn bij Blythe en dat ligt 350 kilometer ten oosten van Los Angeles. De energiecentrale moet in 2013 bijna 1000 megawatt aan stroom gaan leveren en dat moet genoeg zijn voor 300.000 tot 750.000 huishoudens. De energiecentrale wordt voorzien van enorme paraboolspiegels om het zonlicht te bundelen. Maar deze energiecentrale zal nog heel wat megawatt moeten leveren alvorens het winstgevend zal zijn, want de kosten liggen rond de drie miljard euro.

error: Content Protected