HomeHomepagedonderdag 2 oktober

donderdag 2 oktober

IN OKTOBER VAN ZOMER NAAR WINTER!

BIJZONDERHEDEN 2 OKTOBER

Voor weer-info klik op onderstaande links:

KNMI    WEERVERTELLER    WEERPLAZA    WEERONLINE   KMI-BELGIE    WEER.NL    WEERNIEUWS-VERWACHTING

Voor extremen etmaal KNMI-stations en het weer een jaar geleden klik op onderstaande links:

temp/neerslag dag/nacht     temp/neerslag/wind     uren zon      een jaar geleden: De Bilt  

IN OKTOBER VAN ZOMER NAAR WINTER

Zo zomer, zo winter, dat kan soms heel snel gaan in het Alpengebied! Op 8 oktober 2009 werden in delen van Oostenrijk nog extreem hoge temperaturen gemeten. Op 8 oktober 2009 registreerde Neusiedl am See in Burgenland 28,8ºC. Niet eerder was het daar in oktober zo warm geweest. Zelfs op een hoogte van ongeveer 1000 meter, in Mönichkirchen in Neder Oostenrijk was het met 23,9ºC historisch warm. Amper een week later bericht de Oostenrijkse weerdienst: “Oktoberschnee wie seit 25 Jahren nicht mehr”. In Seefeld lag 30 centimeter sneeuw. Voor het laatst lag daar rond half oktober meer sneeuw in oktober 1972 met 63 centimeter.
Maar het kan ook andersom, zoals in oktober 2011! In 2011 kwam Koning Winter met grof geschut Zwitserland binnen. In de nacht naar 8 oktober 2011 daalde de temperatuur op de Solvayhütte op 4003 meter boven NAP in de Walliser Alpen tot -18,8°C. In het Berninamassief ten zuiden van St. Moritz in het kanton Graubünden werd op de Corvatsch op 3315 meter hoogte -13,6°C gemeten. Boven de 1500 meter zou de dagen daarna een vers pak sneeuw vallen van 15-25 centimeter en hogerop rond 30 centimeter.

Onderstaande foto maakte Leen de Koning van merels op het dak. De volksweerkunde kent nog wel een spreuk over de merel en die luidt: “Zingen de merels de hele dag, snel volgt er een regendag”!

SPINNEN

Na een warme lente en droge zomer zijn er vaak veel spinnen in de herfst. Hierdoor is er veel meer voedsel voor de spinnen in de vorm van met name insecten. Na een slechte zomerperiode zijn de najaarsspinnen kleiner dan in jaren met een goede zomer. Na een slechte zomer planten spinnen zich gewoonlijk veel minder voort dan na een mooie zomer. We kunnen jaarlijks twee spinnenseizoenen tegenkomen. Doorgaans wordt een spinnensoort volwassen in het voorjaar ofwel in het najaar. Maar ook hier geldt weer dat uitzonderingen de regel bevestigen, vooral in de maanden mei en juni worden de meeste spinnen volwassen, daarna gevolgd door de maanden september en oktober.
De algemene verwachting is dat de komende jaren het aantal spinnen nog wel eens veel groter kan worden. Dit mede door de zachtere herfstperiodes die we de laatste jaren ook kennen. Als de herfstperiode zacht verloopt blijft er voor de spinnen meer voedsel over en leggen ze ook meer eitjes. In een normaal huis, inclusief garage, zolder, kelder, etc. kunnen wel een duizendtal spinnen voorkomen. Veel spinnen worden niet eens opgemerkt omdat ze zo klein zijn en op plaatsen uit het zicht zitten.
Spinnen hebben wel een voorspellende waarde voor het weer. Bij veel spinnen buiten duidt dit vaak op vrij rustig weer met niet al teveel wind.

Onderstaande foto maakte Peter de Vries, naast spinnen ook veel paddenstoelen in de herfst en dat in allerlei vormen.

OPMERKELIJK EXPERIMENT

Een opmerkelijk bericht kwam in de herfst van 2012 uit Groot Britannië. Een Britse geoloog had zich vrijwillig 48 uur laten opsluiten in een luchtdichte kamer van rond 12 vierkante meter. Om toch te kunnen ademen werden er tientallen planten in de ruimte geplaatst die voldoende zuurstof moesten produceren om te kunnen overleven. Verder werd er binnen en buiten de ruimte speciale verlichting geplaatst, dit om de planten van voldoende licht te voorzien die dan op hun beurt d.m.v. fotosynthese de nodige zuurstof kunnen leveren. De hoeveelheid zuurstof en koolstofdioxide die geproduceerd werd door de planten werd goed in de gaten gehouden. Ook werd de Britse geoloog zelf voorzien van sensoren om de toestand van zijn vitale organen in de gaten te houden. Dit experiment is de eerste in zijn soort met een mens. Omstreeks 1770 is ook al eens aangetoond dat een muis kon overleven in een luchtdichte kamer die was volgestouwd met planten. Het doel van het experiment is zuiver en alleen om aan te tonen dat planten erg belangrijk zijn voor het in stand houden van leven op aarde.

MAÏSOOGST

Op onderstaande foto de maïsoogst in de omgeving van Borculo, deze is nog in volle gang. In 2022 was het met de droogte niet zo erg als in 2018 en 2019, wel had op diverse landerijen de maïs wel degelijk wat geleden van de droogte in 2022. In 2023 en 2024 was droogte niet een probleem.

Opmerkelijk in de hete zomer van 2006 was dat door de droogte en hitte in de laatste volle week van juli in de regio Aalten al maïs gehakseld werd omdat deze ook totaal was uitgedroogd. Door de hitte eind juli 2006 moesten ook op diverse plaatsen asfaltwegen worden gekoeld met water en dan m.n. op rotondes, kruispunten en afslagen waar veel zwaar vrachtverkeer rijdt. Dit om te voorkomen dat vrachtwagens het asfalt beschadigen. Door het hete weer liep de temperatuur van het wegdek op diverse plaatsen op tot zo’n 60°C!

In 2012 had de maïs een goede zomer achter de rug, de eerste maïs was al gehakseld in de omgeving Lichtenvoorde eind augustus. Dit is wel erg vroeg, maar komt wel vaker voor. Op 31 augustus 1995 ook een vroege maïsoogst op diverse plaatsen in het oosten van het land. Vroeg is normaal voor de maïsoogst de derde week van september, laat is begin tot half oktober. Ook in de zomer van 2003 kon men op diverse plaatsen op 25 augustus de maïs al oogsten.

EEN DUIK IN HET VERLEDEN

– In 2019 in de nacht naar 2 oktober veel neerslag op het KNMI-station Twente 33,3 millimeter en in Borculo viel 22,2 millimeter en over het hele etmaal 24 millimeter. Oktober 2019 begon op veel plaatsen kletsnat. Zo viel 1 oktober 2019 in De Lutte in Twente al 51 millimeter aan neerslag en in Overveen op 2 oktober 67 millimeter, dat is normaal gesproken al meer dan de helft van wat er valt in de hele maand. In Overveen viel in de eerste oktober-decade van 2019 140 millimeter. In Anjum in het noorden nabij Lauwersoog stond de neerslagteller al bijna op 100 millimeter over de eerste twee oktober-dagen, daarentegen in het Brabantse Deurne nog geen vijf millimeter. In Borculo stond de neerslagteller na twee oktober-dagen op 32 millimeter.

– Enkele bijzondere wapenfeiten voor 2 oktober zijn: Op 2 oktober 1908 werd op het opgeheven KNMI-station Winterswijk een maximum-temperatuur gemeten van 26,5°C. Op 2 oktober 1998 op het KNMI-station De Bilt het dagrecord voor de laagste maximum-temperatuur en wel met 7,8°C. En op 2 oktober 1996 was er een wolkbreuk in Den Haag die het station Hollands Spoor blank zette.

– In de nacht naar 2 oktober 2016 viel 23 millimeter op het KNMI-station Den Helder.

– In de nacht naar 2 oktober 2015 vrij helder met in de noordelijke helft van het land mist tot zeer dichte mist, deze ging later in de nacht en ochtend regionaal ook over in laaghangende bewolking. Lokaal was het zicht nog geen 50 meter. Daarentegen in de zuidelijke helft van het land meest nevelig met mistbanken en daar ook de laagste temperaturen. In de nacht naar 2 oktober 2015 de laagste temperatuur van 1°C op het KNMI-station Ell. Aan de grond de laagste temperatuur op het KNMI-station Twente met -3,3°C. In Borculo daalde de temperatuur tot 2,4°C in de weerhut en aan de grond 1,3°C. Voor Borculo was het daarmee de koudste 2 oktober sinds 1981, het oude record voor de minimum-temperatuur was 3°C op 2 oktober 1988.

– Opvallend veel regen tijdens het weekeinde van 1- en 2 oktober 2016! In Castricum viel 60 millimeter, in Roelofarendsveen 44 millimeter, in Den Burg op Texel totaal 30 millimeter. Op 2 oktober 2016 in Volendam, Purmerend en Zuiderwoude 22 millimeter.

– Op 2 oktober 2011 op het KNMI-station Westdorpe met 27,1°C de hoogste temperatuur van oktober 2011.

– In 2005 vanaf 2 oktober een zeer droge periode, in Borculo van 2- t/m 18 oktober 2005 nog geen één millimeter neerslag en daarmee was het de droogste periode sinds 2003.

– In 1982 op 2 oktober op het KNMI-station Eindhoven 20,4°C als maximum-temperatuur en in Kapellebrug 20,8°C.

– De laagste temperatuur voor het KNMI-station De Bilt voor 2 oktober is 1,6°C en dat was in 1957.

– Op 2 oktober 1952 viel in Ouddorp 52 millimeter neerslag.

– In 1950 op 2 oktober een ochtendaftapping over 24 uur in Scheveningen 18 millimeter.

– In 1941 op 2 oktober op het KNMI-station De Bilt met 2,2°C de laagste temperatuur van oktober 1941 van de KNMI-stations.

– In 1921 daalde de temperatuur op het opgeheven KNMI-station Winterswijk tot 1,5°C en overdag liep de temperatuur nog op tot 24,3°C. Een forse temperatuurgang voor de tijd van het jaar, oftewel een forse amplitude.

– Op 2 oktober 1917 nog een warme dag op het KNMI-station De Bilt met 23,8°C en op het KNMI-station Den Helder met 20,4°C. Door de homogenisatie van data door het KNMI is de temperatuur van 23,8°C sinds 2016 aangepast tot 22,8°C en de 20,4°C tot 20,3°C.

Onderstaande foto maakte Gerard Kiewiet uit Zuidhorn op 2 oktober 2014, daar was aan sommige bomen wel duidelijk te zien dat de herfst zijn intrede had gedaan, ze werden al behoorlijk kaal.

STIJGENDE ZEESPIEGEL NOORDZEE

Door klimaatveranderingen stijgt de zeespiegel en neemt de kracht van de golven toe. Dit heeft gevolgen voor de kustveiligheid in de toekomst. Om er voor te zorgen dat de Hollandse kust ook in de verdere toekomst voldoende veiligheid kan bieden tegen het zeewater, is men op diverse plaatsen bezig met versterking van de dijken en ook de duinen. De waterkering bestaat vaak uit een met asfalt beklede dijk die gedeeltelijk met zand is afgedekt. Om de veiligheid voor de komende jaren te waarborgen wordt er van tijd tot tijd voldoende zand opgespoten. Om een voorbeeld te noemen nemen we de boulevard van Scheveningen die is versterkt. Zo is het strand daar 40 tot 70 meter breder gemaakt en in totaal is daar 2,6 miljoen kubieke meter zand opgespoten.

“De zee geeft en neemt” is een oud gezegde, zo geeft de zee ook vaak mooie avonden met de ondergaande zon.

Onlangs is men ook begonnen met een proefproject om zeegras weer in te zetten voor de bescherming tegen het wassende zeewater. Zeegras werd in de vorige eeuw veelvuldig gebruikt, o.a. in het Waddengebied en ook in de toenmalige Zuiderzee dat nu IJsselmeer heet. Mede door de bouw van de Afsluitdijk is het zeegras hier verdwenen. Zeegras breekt de stroming van het zeewater en bevordert de afzetting van zand en gesteente. Men is dan ook van mening dat zeegrasvelden voor de naaste toekomst onmisbaar zijn voor de bescherming tegen het wassende water als gevolg van de opwarming van de aarde.
Velden met zeegras treffen we nu nog wel aan in het gebied van de Eems en het Duitse en Deense deel van de Waddenzee. Zeegras is niet alleen functioneel voor de bescherming tegen het wassende zeewater, maar het is ook belangrijk voor verschillende vissoorten en schaaldieren.

Niet alleen dijken vragen hun aandacht, ook de duinen vragen hun aandacht. Jaarlijks spoelt er veel zand de zee in. De duinen geven een mooi landschap maar ook de duinen zijn kwetsbaar.
Hieronder een foto van de duinen bij Julianadorp in Noord-Holland.

Jaarlijks is men op diverse plaatsen druk bezig met het opspuiten van de stranden met zand. Tijdens een strandwandeling langs de Noord-Hollandse kust zie je de grote buizen dan op het strand liggen die gebruikt worden om het strand op te hogen met “blubber” uit de zee. De toegepaste techniek hier heet zandsuppletie, deze techniek is simpel en zeer doeltreffend. Zand wordt door daartoe ingerichte schepen uit zee opgezogen op plaatsen waar het zo weinig mogelijk schade aanricht. Het wordt naar de kust getransporteerd en dan op het strand of wat verder landinwaarts gespoten door grote buizen. Dankzij water, wind en plantengroei kunnen uit het opgespoten zand nieuwe duinen ontstaan. De techniek is veelal goedkoper dan het aanleggen van harde zeeweringen als strekdammen, ondanks het feit dat deze techniek van suppletie met een zekere regelmaat herhaald moeten worden.
Zandsuppletie wordt sinds enkele tientallen jaren toegepast. In 1991 werd op zeven plaatsen langs de Nederlandse stranden acht miljoen kubieke meter zand opgespoten.

Hieronder een foto waar de stranden worden opgespoten, door de buizen stroomt het opgespoten “zeeblubber”.

Als we helemaal niets doen en het water vrij spel geven in de toekomst dan ligt Amersfoort aan zee bij een zeespiegelstijging van vijf meter. Voor het uiterste oosten van het land zitten we voorlopig nog wel veilig, het waterpeil van de Noordzee kan nog 14 meter stijgen, dan nog houden o.a. de Achterhoek en Twente het droog.

error: Content Protected