HomeHomepagezondag 26 oktober

zondag 26 oktober

DE VERSCHILLEN IN WAARNEMINGEN IN OKTOBER SOMS ZEER GROOT!
DE KERSTMAN WORDT AL WEER WAKKER!

BIJZONDERHEDEN 26 OKTOBER

Voor weer-info klik op onderstaande links:

KNMI    WEERVERTELLER    WEERPLAZA    WEERONLINE   KMI-BELGIE    WEER.NL    WEERNIEUWS-VERWACHTING

Voor extremen etmaal KNMI-stations en het weer een jaar geleden klik op onderstaande links:

temp/neerslag dag/nacht     temp/neerslag/wind     uren zon      een jaar geleden: De Bilt

 Zondag 26 oktober in Borculo temperaturen van 5,2°C als minimum-temperatuur tot 11,6°C als maximum-temperatuur en daarmee kwam het etmaalgemiddelde uit op 8,4°C. Daarmee het “koudste” etmaal sinds 7 april dit jaar toen het etmaalgemiddelde 6,4°C was.

Temperatuurverschillen kunnen in het land soms zeer groot zijn tussen de hoogste- en laagste maximum-temperatuur. Een voorbeeld hiervan is 19 oktober 2023 met van noord naar zuid een temperatuurverschil van 10,6°C en wel 19,3°C op het KNMI-station Maastricht tot 8,7°C op het KNMI-station Nieuw Beerta. Maar het kan ook heel klein zijn dat temperatuurverschil.
In 2020 op 26 oktober lagen de temperaturen landelijk vrij dicht bij elkaar. Slechts 2°C was het verschil tussen de hoogste- en laagste maximum-temperatuur van 13,6°C op het KNMI-station Woensdrecht tot 11,6°C op het KNMI-station Leeuwarden. In 2021 op 26 oktober landelijk ook vrij dicht bij elkaar met 15,5°C op het KNMI-station Vlissingen tot 13,1°C op o.a. het KNMI-station Leeuwarden, een verschil van 2,4°C. In 2022 op 26 oktober lag de hoogste- en laagste temperatuur verder uit elkaar, het verschil was 4,6°C van 20,9°C op het KNMI-station Eindhoven tot 16,3°C op het KNMI-station Terschelling. In 2023 op 26 oktober was het temperatuurverschil 2,5°C van de laagste- tot de hoogste maximum-temperatuur overdag van 10,8°C op het KNMI-station De Bilt tot 13,3°C op het KNMI-station Vlissingen. In 2024 op 26 oktober was het temperatuurverschil 6,1°C van de laagste- tot de hoogste maximum-temperatuur overdag van 16,9°C op het KNMI-station Vlieland tot 23,0°C op het KNMI-station Maastricht en deze 23,0°C werd de hoogste temperatuur van oktober 2024. Nu in 2025 op zondag 26 oktober was het temperatuurverschil 2,4°C van de laagste- tot de hoogste maximum-temperatuur van 9,7°C als laagste maximum-temperatuur op het KNMI-station Maastricht tot 12,1°C op het KNMI-station Lauwersoog als hoogste maximum-temperatuur.

Onderstaande foto’s maakte Frans Sijmons in Klausheide, een verschijnsel die je vaak ziet met mist en nevel in de ochtend. Met hele lichte motregen zijn de spinnenwebben ook zichtbaar.
 

Hierboven hebben we het over temperatuurverschillen, hetzelfde zien we ook bij de neerslag regelmatig. Zo viel in oktober 2022 op het KNMI-station De Bilt 38,4 millimeter aan neerslag. Dat was in oktober 2023 maar liefst 219,9 millimeter en daarmee de natste oktober voor het KNMI-station De Bilt. De droogste oktobermaand had het KNMI-station De Bilt in 1953 met slechts 5,5 millimeter.
In oktober 2023 was op het KNMI-station De Bilt al 161 millimeter gevallen t/m 26 oktober, tegen normaal 88 millimeter. In oktober 2024 stond het KNMI-station De Bilt t/m 26 oktober op 35 millimeter en nu in oktober 2025 tot zondagavond 18 uur 121 millimeter.

Warme dagen zijn dagen met een maximum-temperatuur van minimaal 20,0°C, de kans daarop wordt vanzelfsprekend in de loop van de herfst steeds kleiner. Maar het kan nog steeds, want de meest late datum voor Borculo met een warme dag is 30 oktober 2022 toen het 20,6°C werd in Borculo. Maar vergeet niet dat Borculo op 2 november 2020 nog bijna tot een warme dag kwam met 19,9°C. Voorlopig de laatste warme dag in Borculo dit jaar op 28 september met 20,2°C, in 2024 de laatste warme dag in Borculo op 26 oktober met 20,3°C en in 2023 op 13 oktober met 22,2°C.
In 2019 in Borculo op 26 oktober werd het precies 20°C en dat was de 111e warme dag van 1019. In 2020 over dezelfde periode stond de teller in Borculo op 119 warme dagen, in 2021 ook 111 warme dagen en in 2022 stond de teller op 126 warme dagen, in 2023 op 133 warme dagen, in 2024 op 121 warme dagen en dit jaar t/m 26 oktober telt Borculo 133 warme dagen.
Gemiddeld voor Borculo voor het hele jaar is 101 warme dagen. Dit jaar inmiddels voor Borculo al het tiende jaar op rij met ruim boven het gemiddelde aantal warme dagen, 2015 is het laatste jaar die met 78 warme dagen ruim onder het gemiddelde bleef. In 2018 het record aantal van 146 warme dagen, een schril contrast met 1991 met 64 warme dagen.

Onderstaande foto maakte Peter de Vries in het Leersumse Veld, ook daar volop bladval en herfstkleuren.

WINTERTIJD

In de nacht van zaterdag 25 oktober op zondag 26 oktober is de wintertijd weer van start gegaan. Met andere woorden, we hadden een lang weekend. We spreken van wintertijd, maar in feite is het voor ons vanaf zondag 26 oktober weer de “gewone” tijd. We hebben in het laatste weekend van maart j.l. immers de tijd een uur vooruit gezet, de zomertijd. De wintertijd duurt vijf maanden en begint steeds op de laatste zondag van de maand oktober. Om 03.00 uur zomertijd wordt de klok teruggedraaid naar 02.00 uur wintertijd.

We zitten weer in de wintertijd!

De zomertijd start in het laatste weekeinde van maart en eindigt in het laatste weekeinde van oktober. Bij de overgang naar de wintertijd schuift de daglichtperiode een uur op, waardoor het ’s ochtends eerder licht wordt en ’s avonds eerder donker wordt. Het weer stoort zich uiteraard niet aan de verandering van de tijd, zodat ook de gemiddelde dagelijkse gang van weersverschijnselen een uur naar voren schuift. Zo wordt de hoogste temperatuur van de dag meestal enkele uren na het middaguur bereikt. In de winter valt het warmste moment gemiddeld tussen 15 en 16 uur, maar omdat de invloed van de zon ’s winters kleiner is dan ’s zomers kan het warmste moment van de dag ook op een heel ander tijdstip vallen. Hartje winter wordt de hoogste temperatuur bij stormachtig weer soms midden in de nacht gemeten.

In Nederland is het onderscheid tussen zomer- en wintertijd in 1977 opnieuw ingevoerd, ook van 1916 tot 1945 was de zomertijd van kracht. Tot aan het begin van de 20e eeuw had vrijwel elke plaats zijn eigen tijd, omdat voor de tijdbepaling werd uitgegaan van de hoogste stand van de zon. Omdat de zon in het oosten opkomt en in het westen ondergaat werd de hoogste zonnestand in het oosten van Nederland een kwartier eerder bereikt dan in het westen, in België is het verschil nog wat groter.
In Nederland maakte de komst van de spoorwegen de invoering van een landelijke standaardtijd noodzakelijk. Van 1909 tot 1940 kende Nederland daarom de “Amsterdamse tijd”, die 20 minuten voorliep op de Europese tijd. Overgang naar de huidige Midden-Europese Tijd vond plaats op 16 mei 1940, op bevel van de Duitse bezetters werd de klok toen één uur en 40 minuten vooruit gezet. Die zomertijd gold ook gedurende de winters van 1941 en 1942. Pas in november 1942 werd de klok weer één uur teruggezet. In de jaren 1943-1945 gold alleen ’s zomers de zomertijd, maar in 1946 werd de zomertijd voor een periode van ruim 30 jaar geheel afgeschaft.
Op hoog niveau in Brussel is inmiddels al wel gesproken over het eventueel afschaffen van de zomertijd!

Onderstaande foto is van het Royal Observatory te Greenwich, dit gebouw heeft ook te maken met de tijd! Weet U waarom?

Naast de wintertijd en de zomertijd kennen we ook nog de Greenwich-tijd. Voor de tijdrekening die we nu kennen is de aarde verdeeld in 24 tijdzones, waarin een standaardtijd geldt. Als maatstaf wordt de tijd van Greenwich in Engeland genomen, dit is de Greenwich Mean Time (GMT). De GMT-tijd wordt ook wel de “Universal Time Coordinated” genoemd, afgekort met UTC. Dit is niet helemaal juist maar leidt te ver voor uitleg hier.
Nederland en het grootste deel van Europa liggen in de zone ten oosten daarvan, waarin het een uur later is dan in Greenwich, de Midden-Europese Tijd (MET). In de periode van de zomertijd bedraagt dat verschil met de Greenwich-tijd twee uur. Voor de meteorologen is de wintertijd ook wat gunstiger ten aanzien van het uitkomen van de nieuwste weerkaarten. De weerkaarten worden bijna altijd op de GMT-tijd uitgebracht, voor de zomertijd betekent dat wel 2 uur later. Nu het weer wintertijd is wordt dat verschil ook weer een uur korter, oftewel een uur vroeger de nieuwste weerkaarten.
Als voorbeeld de Engelse Bracknell-kaarten, bovenaan staat 00UTC. Voor Nederland betekent dat in de wintertijd 1 uur in de nacht en voor de zomertijd 2 uur in de nacht.

TEMPERATUURRECORDS

De temperaturen liggen al enige tijd boven normaal, maar zeker nog geen hoogstandjes en dat kan zeker warmer voor deze tijd van het jaar. In 2006 hadden we op 26 oktober nog temperatuurrecords. Op 26 oktober 2006 op het KNMI-station Arcen met 23,3°C de hoogste temperatuur van oktober 2006. Op het KNMI-station De Bilt werd het die dag 22,1°C en dat is voor De Bilt nog steeds de hoogste maximum-temperatuur voor de derde decade van oktober sinds 1901 en de meest hoge temperatuur zo laat in het seizoen. Het oude record stond op naam van 27 oktober 1937 met 21,6°C. Maar het record sneuvelde in oktober 2012 bijna, want op 22 oktober 2012 kwam het KNMI-station De Bilt tot 22°C! Wel is de temperatuur van 21,6°C van 27 oktober 1937 door de homogenisatie van data door het KNMI sinds 2016 herleid tot 20,7°C

Het minimum op 26 oktober 2006 op het KNMI-station Maastricht was 16,5°C en dat was goed voor een nieuw landelijk decaderecord. Daarentegen op 26 oktober 1922 op het KNMI-station De Bilt met -6,9°C de laagste temperatuur voor 26 oktober sinds 1901. Door de homogenisatie van data door het KNMI is deze -6,9°C sinds 2016 aangepast tot -7,6°C. Het KNMI-station De Bilt had vanaf 22- t/m 30 oktober 1922 lichte vorst. In Slijk-Ewijk in de nacht naar 26 oktober 1922 zelfs -7,9°C.

Rond deze tijd kan het met de temperatuur ook snel bergafwaarts gaan, een goed voorbeeld daarvan hadden we in 2012! In oktober 2012 was het zeer opmerkelijk het sterke temperatuurverval vanaf 25 oktober, want op 26 oktober werd het op geen enkel KNMI-hoofdstation warmer dan 10°C en vroor het in de vroege ochtend op meerdere plekken licht. Daarvoor vanaf 18 oktober op veel plaatsen nog een aantal dagen van boven de 20°C. Het dieptepunt na 25 oktober was wel op 28 oktober toen het KNMI-station Twente een minimum noteerde van -6,4°C. Bovendien was het de dag ervoor op de meeste plaatsen slechts 8°C in de middag.

Onderstaande foto maakte Robert Mooy uit Arnhem vanuit een vliegtuig boven Flevoland, talrijke windmolens. Deze windmolens hebben deze week in het IJsselmeergebied veel wind voor de kiezen gehad tot zelfs windkracht negen stormkracht op donderdag 23 oktober met een windstoot van 105 kilometer per uur.

DE KERSTMAN IN ROVANIEMI

Onderstaande foto is van Rovaniemi, de woonplaats van de Kerstman. De foto is van de webcam aldaar van zondagochtend 26 oktober om 11 uur lokale tijd met geen sneeuw en een temperatuur van +2°C. In 2024 op 26 oktober ook geen sneeuw en een temperatuur van +2°C, in 2023 was dat op 26 oktober -1°C en ook geen sneeuw, in 2022 op 26 oktober ook geen sneeuw en een temperatuur van -2°C. In 2021 op 26 oktober lag er wat sneeuw bij een temperatuur van -3°C.

In Finland begint men gewoonlijk al heel vroeg met de aanloop naar kerst. De eerste voorbereidingen beginnen meestal al in oktober in het verenigingsleven. Vrouwenorganisaties bijten meestal de spits af met de organisaties van kerstbazaars. In Finland is het al een oude traditie die stamt uit de jaren rond 1920 dat men in de herfst al samenkomt om kerstversieringen te maken. Deze traditie staat ook wel bekend als de “Pikkujoulu” en dat betekent zoveel als “kleine Kerst”. Meestal wordt in deze periode van de “kleine Kerst” een kerstprogramma samengesteld die bestaat uit voordrachten, muziek en lekkernijen. Ook het bedrijfsleven en ambtenaren van de gemeente doen hier aan mee. Elke baas van een bedrijf, groot of klein, organiseert jaarlijks een feestje voor zijn personeel. Ambtenaren van de gemeente kunnen hun politieke meningsverschillen even vergeten en zo heeft eenieder zijn eigen “Pikkujoulu”.
Finland is overigens een land boordevol rituelen als het op Kerstmis aankomt. Het begint ’s morgens al met een typisch kerstontbijt van pap met rijst, melk en room. Daarna gaat het hele gezin samen naar de sauna. Eenmaal terug thuis krijgt iedereen een bezoekje van de Kerstman. Er wordt glögg gedronken, een warme drank op basis van amandelen en druiven. ’s Avonds is het tijd voor het traditionele kerstmaaltijd. Deze bevat altijd ham en aardappelen.

EEN DUIK IN HET VERLEDEN

– In oktober 2020 t/m 26 oktober nog maar 42 uur zon in Borculo, dat was in 2021 t/m 26 oktober meer dan het dubbele met 98 uur zon, in 2022 over dezelfde periode 136 uur, in 2023 in oktober 77 uur zon, in oktober 2024 114 uur zon en nu in oktober 2025 60 uur zon.

– In 2016 in de nacht naar 26 oktober de laagste temperatuur van -0,4°C op het KNMI-station Eelde en aan de grond met -3,2°C.

– In 2010 op 26 oktober had het KNMI-station Twente een minimum-temperatuur van -0,9°C. Dat was voor het KNMI-station Twente de zesde nacht met lichte vorst in oktober 2010, uiteindelijk bleef de teller daar ook op zes staan. In 2009 kon het KNMI-station Twente in oktober vijf nachten met lichte vorst noteren. In oktober 2011 kwam het KNMI-station Twente tot één nacht met lichte vorst in de weerhut. In oktober 2012 t/m 26 oktober twee nachten met lichte vorst op het KNMI-station Twente en over de hele maand vier nachten met lichte vorst.

Onderstaande foto maakte Peter de Vries op het strand van Noordwijk. Afslag van de duinen na de noordwesterstorm op 21 oktober 2014 was duidelijk te zien. Ook nu in 2025 veel duinafslag na de storm van donderdag 23 oktober.

In de nacht naar 26 oktober 2012 koelde het in de noordelijke helft van het land flink af, de koudste plekken waren te vinden in de noordoosthoek van het land. Het KNMI-station Nieuw Beerta had in de weerhut net geen lichte vorst met 0,0°C als laagste temperatuur. Aan de grond was het KNMI-station Eelde de koudste met -1,9°C. Het KNMI-station Twente had ook grondvorst met -0,9°C en het KNMI-station Hupsel had geen grondvorst. In Borculo in de nacht naar 26 oktober 2012 3,4°C als minimum-temperatuur en aan de grond -0,5°C.

Onderstaande foto maakte Frans Sijmons uit Klausheide, bladeren met verschillende herfstkleuren.

Eind oktober 2005 was het bijzonder warm, in Borculo vanaf 26 oktober 2005 verliepen de laatste zes dagen van oktober met een dagrecord! Op de laatste oktoberdag van 2005 werd het in Borculo 20,8°C en dat is voor Borculo nog de meest late dag in het jaar waarop de temperatuur steeg tot boven de 20°C. Vanaf 27 oktober 2005 zelfs vijf dagen op rij boven de 20°C in Borculo.

In 1941 op 26 oktober op het KNMI-station Den Helder tijdelijk windkracht 9 stormkracht met een uurgemiddelde windsnelheid van 75,6 kilometer per uur.

Op 26 oktober 1922 noteerde Slijk, dat ligt aan de Waal aan de overkant van Beuningen, een minimum van -7,9°C. Het was in een periode van extreem koud weer. Er werden twee nachten met matige vorst opgetekend.
Op het KNMI-station De Bilt in die nacht een minimum van -6,9°C. Dit minimum is door de homogenisatie van data door het KNMI sinds 2016 herleid tot -7,6°C.

VENETIË

Soms moet men optimist blijven en dan kan hoogwater ook zijn charme hebben. Zo heeft het Italiaanse Venetië nu al regelmatig te maken met hoogwater en daarmee ook overstromingen. Op 11 november 2012 was het weer goed raak. Voor de zoveelste keer stond een flink deel van de Noord-Italiaanse stad Venetië weer onder water en wel voor 70%.  Door hevige regenbuien en een sterke wind lag het waterpeil 149 centimeter hoger dan normaal. Dat was overigens aanzienlijk lager dan het record in 1966, toen het waterpeil 194 centimeter hoger was dan normaal en in het zuidelijk gelegen Florence vele kunstvoorwerpen door overstromingen en modder werden beschadigd.
Onderstaande foto’s zeggen genoeg van het San Marco Plein. De foto rechtsonder is van 11 november 2012.
 

Venetië heeft jaarlijks regelmatig met overstromingen te maken, vooral in de periode november t/m februari. De oorzaak is niet altijd alleen zware regenval. Zo bevindt Venetië zich in een lagune en wordt afgeschermd van de Adriatische Zee door waterkeringen. Het water kan wel vrijelijk in en uit de lagune stromen door een drietal openingen in de kering. Op het moment dat er een stevige zuidoostenwind staat, stuwt het zeewater zich in de lagune op. De stad komt vervolgens blank te staan, zeker wanneer er tegelijkertijd sprake is van regenval. Verder heeft de wereldwijde klimaatverandering en de direct daaraan verbonden zeespiegelstijging ook grote gevolgen voor Venetië. De frequentie van overstromingen in de stad zal in de toekomst dan ook alleen maar toenemen. Niet alleen het stijgen van de zeespiegel, maar ook het dalen van de stad draagt bij aan de toename in het aantal overstromingen. Venetië is namelijk gebouwd op drassige grond en sinds het bestaan verzakt de stad jaarlijks met twee millimeter.

Op onderstaande foto Venetië met de lagune.

error: Content Protected